Samenvatting
Twee belangrijke uitdagingen voor het huidige onderwijs komen samen in dit onderzoek: lerenden gemotiveerd houden enerzijds en het effectief toepassen van technologie in het onderwijs anderzijds. Motivatie, of liever gezegd het gebrek eraan, is in vrijwel het hele westerse onderwijs een toenemend probleem en digitale technologie en social media spelen hierin een duidelijke rol (Nelis & Van Sark, 2014; van der Schuur, Baumgartner, Sumter, & Valkenburg, 2015). Als technologie en social media echter effectief worden ingezet, kunnen ze ook een positief effect op de motivatie hebben (Martens, 2017).
Het doel van dit onderzoek is om na te gaan of de combinatie van werkcolleges en een vorm van digitaal afstandsonderwijs het gevoel van competentie en verbondenheid bij studenten vergroot en daarmee ook een positieve invloed op hun intrinsieke motivatie heeft. De Self Determination Theory (Deci & Ryan, 1980, 2000; Ryan & Deci, 2000) dient als theoretische basis. Volgens deze theorie heeft elk mens een natuurlijke nieuwsgierigheid en een aangeboren neiging naar groei en ontwikkeling. Dit komt van binnenuit en je kunt deze intrinsieke motivatie alleen begrijpen als je de volgende drie domeinen erbij betrekt: competentie, autonomie en sociale verbondenheid.
Deze mixed methods studie vond plaats bij het Amsterdam Fashion Institute (Hogeschool van Amsterdam), waar vier propedeuseklassen tijdens de module Scenarioschrijven aan het experiment deelnamen. Twee klassen (N = 40) volgden de module in de reguliere vorm (vijf wekelijkse colleges) en twee klassen (N = 40) in een blended learning vorm (vijf wekelijkse colleges en gedurende de module toegang tot een besloten en door de docent gemodereerde Facebookgroep). Na afloop van de module werd in alle klassen een vragenlijst afgenomen, gebaseerd op de post-experimental Intrinsic Motivation Inventory, oorspronkelijk ontwikkeld door Ryan (1982). Hiermee werden de ervaren competentie, verbondenheid en intrinsieke motivatie tijdens de module in kaart gebracht. Daarnaast werd een focusgroepinterview afgenomen met vier respondenten van de experimentele groep en vier respondenten van de controlegroep.
Uit de twee Independent-Samples T-Tests bleek dat het gemiddelde gevoel van competentie en het gemiddelde gevoel van verbondenheid bij de blended learning groep significant hoger was dan bij de controlegroep. Uit de meervoudige regressieanalyse bleek dat het regressiemodel een significante voorspelling geeft van de gemeten motivatie tijdens de module. Twee enkelvoudige regressieanalyses brachten vervolgens de afzonderlijke effecten in kaart. Beide predictorvariabelen ‘gevoel van competentie’ en ‘gevoel van verbondenheid’ hebben een significante invloed op de ervaren motivatie.
De resultaten rechtvaardigen de conclusie dat het gevoel van competentie, verbondenheid en de hieruit voortvloeiende motivatie significant samenhangen met de opzet van de module. De Facebookgroep in de learning blend speelde een duidelijke rol in het positief beïnvloeden van deze drie variabelen. De interviews bevestigen de kwantitatieve uitkomsten. De geïnterviewde studenten van de controlegroep meldden een lager gevoel van competentie en verbondenheid. Ze kregen pas laat in de module grip op de lesstof en ze misten continuïteit. Dit had een negatief effect op hun intrinsieke motivatie. De blended learninggroep voelde zich tijdens de module – door veel samen te werken en ook gedurende de hele week voeling en contact te houden met hun klasgenoten en de docent – over het algemeen competent en verbonden. Dit had een positief effect op hun intrinsieke motivatie.
Ben je geïnteresseerd in de hele thesis, dan kun je die hier bekijken: Thesis_Facebook_in_de_Learning_Blend